Zingen met je hart
Ik ben geboren in 1961 op de Rozengracht. Mijn vader was 20 jaar ouder dan mijn moeder en had de ziekte van Parkinson. Omdat hij arbeidsongeschikt was en mijn ouders meer speelruimte wilden voor mij en mijn één jaar oudere zus Mirjam, besloten ze te verhuizen naar Friesland. We gingen in het dorpje Pingjum wonen, vlakbij de Afsluitdijk. In die tijd waren wij de eerste ‘import’. We aten rijst, macaroni en stonken naar knoflook, wat de integratie niet erg bevorderde.
Ik herinner me nog goed dat ik tien jaar was en dat onze schoolklas moest nablijven. De voorzitter van de dorpsfanfare kwam op bezoek. Op een grote tafel lag een hele stapel muziekinstrumenten en ik liet mijn oog direct vallen op die prachtige glimmende kleine trompet. Al gauw had ik echter in de gaten wat het verdeelsysteem was. De voorzitter, een wat oudere, vriendelijke man, bepaalde wie wat kreeg en duldde geen tegenspraak. En zo zag ik met lede ogen aan hoe ‘mijn’ trompet naar de dochter van de schoolmeester ging en er steeds meer instrumenten in de armen van de andere kinderen terechtkwamen. Er lag ook nog een dof, oud instrument vol deuken op de tafel. Het leek wel een kleine tuba, echt zo’n jongensinstrument, gelukkig dus niet voor mij. Maar tot mijn grote schrik bleef dit instrument maar liggen. En uiteindelijk kreeg ik hem mee naar huis en ik moest hem ook nog met mijn zus delen!
Tot ieders grote verbazing toverde ik echter op den duur een prachtige klank uit deze bariton en slaagde ik met lof voor mijn eerste diploma op de muziekschool. De directeur was zo in mij geïnteresseerd, dat hij altijd stiekem aan de deur luisterde als ik les had. Hij wilde mij namelijk hij het Nationaal Jeugdorkest hebben, maar ik had al gauw veel meer belangstelling voor jongens en uitgaan en liet de bariton voor wat hij was. Uiteindelijk bleef het toch een groot onooglijk jongensinstrument, dat met zijn enorme mondstuk een diepe groef op mijn bovenlip achterliet.
Daarna ontdekte ik de gitaar en zong ik populaire muziek. Vanaf 1985 ben ik mijn zangtalent gaan ontwikkelen. Ik nam zangles bij Mw. M. Kweksilber en ben lid geworden van een aantal koren. Nu zing ik bij het Nederlands Concertkoor
en het Flamenco-ensemble Calle Real.
Tijdens een zangworkshop voerde ik het Jiddische lied ‘A Klezmer Jingl’ uit, en dat lag me. Ik kon me helemaal inleven in de dramatiek en de melancholie. Ik merkte direct dat het als het ware bij me hoorde. Maar pas toen ik in een voorstelling van het Nederlands Zangtheater het lied ‘A Jiddische Mame’ solo zong en dit grote indruk maakte op het publiek, heb ik besloten hiermee door te gaan.
Nu treed ik op met een Jiddisch programma, met gitaar en indien gewenst met accordeon en contrabas.
Als ik optreed vertel ik kort iets over de inhoud van elk lied en probeer de tekst en gevoelens met mijn expressie over te brengen.
Mijn grootvader, Henri Wallig, kwam uit een Pools-Joodse familie en begon in Amsterdam als diamantair, maar hij kwam uiteindelijk in het Joodse amusement terecht. Hij werkte in de jaren ’20 als artistiek leider, conferencier en cabaretier in La Gaité in het Tuschinski Theater. Het Nederlands Theaterinstituut organiseerde in 1995, in samenwerking met het Joods Historisch Museum, een prachtige tentoonstelling over de Joodse amusementsartiesten aan het begin van de 20ste eeuw. Tussen al de bekende namen zoals Johnny en Jones , Wim Kan en Louis Davids, was ook mijn grootvader Henri Wallig te zien en te horen. Dat maakte een diepe indruk op me: ik had het gevoel dat mijn feeling met het Jiddische lied en de drang om dit te delen met publiek, nu op zijn plek viel. Door mijn vader raakte ik nog directer verbonden met het lot van het Joodse volk. Als kind van een jaar of zes vroeg ik hem een keer waarom er een nummer op zijn arm getatoeëerd stond. Hij lachte een beetje en zei: ‘Dat is mijn telefoonnummer, zodat ik het nooit meer vergeet’. Ik vroeg verder niks, ook al voelde ik dat dit de waarheid niet was. Later hoorde ik dat hij zijn eerste vrouw Esther Mok, zijn dochters Meriam en Edith en zijn zoontje Hans in Auschwitz verloren had. Hijzelf overleefde het concentratiekamp door de plotselinge inval van de Russen.
In mijn poëziealbum schreef hij desondanks:
‘Leer in dit, jouw korte leven, te vergeven, te vergeven, te vergeven.’
*Henri Wallig: Mensch durf te leven (mp3 formaat)
*Meer media van o.a. Henri Wallig in het JHM
|